Wie ben ik?

Hoe werkt wie ben ik?

“Wie ben ik?” is een klassiek raadspel dat op twee manieren gespeeld kan worden:

• De traditionele variant, waarbij kinderen elkaar om de beurt een vraag stellen om erachter te komen wie ze zijn, door hints en logica te gebruiken.
• De actieve variant, waarin de kinderen niet alleen hun kennis gebruiken, maar ook hun lichaam inzetten om aanwijzingen te geven, wat zorgt voor extra dynamiek en plezier. En ja, deze is extra leuk voor de kids!

We bieden beide varianten aan, zodat pedagogisch medewerkers kunnen kiezen welke het beste bij de groep past!

De traditionele versie richt zich op cognitieve vaardigheden zoals logisch denken en samenwerken, terwijl de actieve versie beweging toevoegt voor een energieke en speelse ervaring. Beide versies dragen bij aan de ontwikkeling van communicatie, samenwerking en probleemoplossend vermogen.

De traditionele manier van wie ben ik

De traditionele manier van Wie ben ik? is een spel waarin spelers een kaartje met een naam of afbeelding op hun voorhoofd hebben zonder te weten wie of wat ze zijn. Ze moeten door het stellen van strategische vragen raden wie of wat ze zijn binnen een bepaald aantal beurten.

Spelverloop

1. Eén speler denkt een persoon, dier of object uit, zonder het hardop te zeggen.
2. De andere spelers mogen om de beurt een vraag stellen die met “Ja” of “Nee” beantwoord kan worden (bijv. “Ben ik een dier?” of “Ben ik een vrouw?”).
3. Na elke vraag mogen de spelers een gok wagen over wie of wat de persoon is.
4. Het spel gaat door totdat iemand het juiste antwoord raadt of totdat er geen vragen meer gesteld kunnen worden.

De actieve variant van wie ben ik

De actieve variant brengt beweging en plezier in het traditionele raadspel. In plaats van alleen vragen te stellen, gebruiken de spelers hun lichaam om aanwijzingen te geven over wie of wat ze zijn. Deze versie combineert cognitieve uitdagingen met fysieke activiteit, waardoor kinderen niet alleen hun denkvermogen gebruiken, maar ook actief bezig zijn.

Doel van het spel

Het doel is om door middel van vragen en fysieke aanwijzingen te raden wie of wat je bent. Kinderen leren samen te werken, logisch na te denken, creatief te zijn en ook hun motorische vaardigheden in te zetten. Het spel bevordert de communicatie, sociale interactie en cognitieve vaardigheden, en het zorgt voor veel plezier en beweging.

Benodigde materialen

Voor de actieve variant van wie ben ik heb je het volgende nodig:

• Pen en papier voor eventueel bijhouden van antwoorden
• Optioneel: hoed of kaartjes waarop de namen van verschillende personen, dieren of objecten staan
• Een ruime speelplek, binnen of buiten

Met deze materialen tover je elke locatie om tot een actief en uitdagend speelveld vol plezier en actie!

Uitleg van het wie ben ik spel

Voorbereiding

1. Verdeel de groep in kleine teams of laat kinderen individueel spelen.
2. Bevestig een kaartje met een naam of afbeelding op het voorhoofd van elke speler zonder dat deze het ziet.
3. Plaats een aantal bewegingsopdrachten verspreid over het speelveld.

Spelverloop

1. Om een vraag te mogen stellen, moet een speler eerst een korte bewegingsopdracht uitvoeren (bijvoorbeeld 5 sprongen, een korte sprint of een balanceroefening).
2. Na het voltooien van de opdracht mag de speler een ja/nee-vraag stellen aan de groep.
3. Als de speler een ‘ja’ krijgt, mag hij/zij nog een vraag stellen. Bij een ‘nee’ moet de speler opnieuw een bewegingstaak uitvoeren voordat de volgende vraag gesteld mag worden.
4. Het spel gaat door tot alle spelers hun identiteit hebben geraden of een vooraf bepaalde tijd is verstreken.

Spelregels

• Spelers mogen alleen een vraag stellen nadat ze een bewegingstaak hebben voltooid.
• Ja/nee-antwoorden moeten duidelijk en zonder extra uitleg worden gegeven.
• Teams mogen elkaar aanmoedigen, maar niet direct helpen met hints.

Hoe pas je dit spel toe per leeftijdsgroep?

Het aanpassen van een spel per leeftijdsgroep is essentieel om de uitdaging en het leerproces aan te passen aan de ontwikkelingsfase van de kinderen. Door de complexiteit en de fysieke vereisten van het spel te variëren, kan het spel voor elke leeftijdsgroep uitdagend en leuk blijven. Hier lees je hoe je het spel kunt aanpassen voor verschillende leeftijdsgroepen:

4-6 jaar – Spelenderwijs leren

Op deze leeftijd ligt de focus op ontdekken en plezier beleven.

• Voor jonge kinderen ligt de nadruk op plezier en ontdekken.
• Kies eenvoudige en herkenbare onderwerpen voor de raadvragen, zoals dieren of beroepen.
• Houd de actieve variant simpel, bijvoorbeeld door kinderen alleen met hun handen te laten bewegen of een eenvoudige dansbeweging te maken.

Scores bijhouden

Gebruik een eenvoudig scoresysteem waarbij iedereen punten krijgt voor deelname, zodat de nadruk ligt op plezier in plaats van competitie.

7-9 jaar – Uitdaging en competitie

In deze leeftijdsgroep kan het spel uitdagender gemaakt worden met extra spelregels en competitie-elementen.

• In deze leeftijdsgroep kunnen kinderen meer complexe onderwerpen raden en meer strategische vragen stellen.
• Maak de fysieke opdrachten uitdagender, zoals het imiteren van specifieke dieren of beroepen.
• Voeg competitie-elementen toe door bijvoorbeeld tijdslimieten in te stellen voor het stellen van vragen of raden.

Scores bijhouden

Houd de individuele punten bij op een scorebord en introduceer kleine beloningen voor het team dat de meeste punten verzamelt.

10-12 jaar – Strategie en samenwerking

Oudere kinderen kunnen strategisch spelen en teamwork inzetten om te winnen.

• Oudere kinderen kunnen de regels verder uitbreiden door bijvoorbeeld te werken met thema’s (zoals historische figuren, beroepen of fictieve karakters).
• De actieve variant kan moeilijker worden gemaakt door kinderen uit te dagen om meer gecompliceerde bewegingen te maken of in groepjes samen te werken voor het juiste antwoord.
• Introduceer een systeem van punten, waarbij teams punten verdienen voor elke goede vraag of raadpoging.

Scores bijhouden

Gebruik een puntentelling per team en voeg strategische bonussen toe, zoals extra punten voor tactisch spelen of snel schakelen binnen het team.

De rol van de begeleider

Pedagogisch medewerkers spelen een cruciale rol bij het begeleiden en enthousiasmeren van de kinderen. Dit kan op de volgende manieren:

• Moeilijkheid aanpassen: Pas het spel aan op basis van de leeftijd en het niveau van de groep.
• Motiveren en enthousiasmeren: Zorg voor een leuke sfeer en moedig kinderen aan om door te zetten.
• Uitleg en begeleiding: Geef een duidelijke demonstratie en help jongere kinderen met het formuleren van vragen.
• Teamwork stimuleren: Laat kinderen samenwerken en tactieken bedenken.
• Balans tussen competitie en plezier bewaken: Zorg dat alle kinderen betrokken blijven, ongeacht hun speelniveau.

Extra variaties van wie ben ik voor in de opvang

• Binnenvariant: Speel het traditionele spel binnenshuis met behulp van een bordspel, waar kinderen rond een tafel zitten en elkaar vragen stellen.
• Buitenvariant: In de actieve versie kunnen kinderen naar verschillende ‘stations’ rennen en daar een vraag stellen of een fysieke uitdaging uitvoeren, afhankelijk van het antwoord.
• Alternatieve versie: Maak het spel educatiever door thema’s toe te voegen zoals “beroepen”, “dieren” of “seizoenen”, waar kinderen meer leren over de wereld om hen heen.

Wie ben ik en de Mindset Movers-visie

“Wie ben ik?” biedt een leuke en dynamische manier om zowel de cognitieve als motorische ontwikkeling van kinderen te bevorderen. Het stimuleert communicatie, creatief denken en samenwerking, en leert kinderen om strategisch na te denken en probleemoplossend te werken.

Bij Mindset Movers geloven we in de kracht van beweging en spel om de ontwikkeling van kinderen te ondersteunen, en deze activiteit biedt de perfecte balans tussen leren, bewegen en plezier.

Wil je meer inspiratie voor leuke en actieve spellen? Neem een kijkje bij al onze activiteiten.